Eerste hulp bij opvoeding – Help mijn kind huilt!

Iedere ouder heeft er wel eens mee te maken: een huilend kind. En laten we eerlijk zijn, het komt nooit goed uit. Maar weet jij waarom kinderen huilen? En hoe je daar als ouder het beste mee omgaat?

Huilende baby’s praten met jou!

Er is een verschil tussen jongeren én oudere kinderen als ze huilen. Baby’s, dreumesen en peuters huilen om een signaal af te geven aan de mensen om zich heen. Het is een signaal van machteloosheid en hulpeloosheid. Je kind zegt: “Help me!” Doordat jongere kinderen hun gedachtes niet goed onder woorden kunnen brengen, gaan ze huilen.

“Eeaaahhhhhhhh” – Letterlijk vertaald: “Ik heb honger!”

Vaak herken je als ouder aan het gehuil waar je kind behoefte aan heeft. Hoor jij het verschil wanneer je kindje honger heeft, moe is of zin heeft om te knuffelen? Als ouder speel je daar natuurlijk op in door een flesje te geven, naar bed te brengen of je kindje op te pakken.

Het is oké om verdrietig te zijn

Het gehuil van oudere kinderen is te koppelen aan verdriet. Door te huilen ontladen kinderen zich even van alle emoties. Laat het verdriet van je kind er zijn en geef het de ruimte. Ga het gesprek aan met je kind en benoem hoe het zich voelt. Wacht wel even totdat de emoties gezakt zijn. Wanneer een kind nog volop aan het huilen is, is het lastig om goed contact te maken.

“Geef je kind de ruimte om even verdrietig te zijn.”

Het gehuil van een kind brengt vaak een ongemakkelijk gevoel voor de ander. Wanneer je kind begint te huilen, wil je het liefste dat het zo snel mogelijk stopt. Wanneer je in de supermarkt loopt en kind in huilen uitbarst ben je geneigd om te zeggen: “Stop maar met huilen. We gaan zo naar huis.” Laat je kind vooral even huilen en geeft het de ruimte. Zeg eens: “Het is oké om verdrietig te zijn. Zullen we zo even kijken hoe we je kunnen helpen?”

De drie stappen wanneer je kind begint te huilen:

1. Laat het verdriet er zijn én laat je kind huilen.
2. Benoem hoe het kind zich voelt. Geef woorden aan de emotie van je kind.
3. Heb je een baby? Achterhaal welk signaal je kind geeft en handel daarna.

Heb je een ouder kind? Benoem de emoties, ga het gesprek aan en denk samen aan een oplossing.